Road to nowhere Victoria - Port McNeill

We beginnen deze ochtend in Victoria erg vroeg. Het slapen midden in de stad is toch niet geheel mijn ding. Ik ben meerdere malen wakker van het lawaai van de stad en in de ochtend zijn we dat allemaal. We checken vroeg uit en gaan op weg naar Port McNeill, helemaal in het noorden van Vancouver Island. De meeste mensen kiezen voor Nanaimo en dan Tofino (westkant) maar wij kiezen het vrij onbekende noorden. We zien wel.

In het plaatsje Duncan (ja inderdaad) eten en drinken we wat bij de Starbucks. Ik neem een Caramel latte en die smaakt verrukkelijk. We nemen wat croissants mee en rijden weer verder. Net boven Nanaimo nemen we de afslag naar het North Island Recovery Centre. Wouter en Marije hebben in 2010 (geloof ik) daar een Bald Eagle geadopteerd in mijn naam en nu gaan wij hem bekijken. Hij is er nog, Benji.

Mijn naam hangt niet meer op het bord maar ik heb nog wel steeds een gratis entree kaartje. Maar wij betalen gewoon. Ze doen heel goed werk en die 8 dollar kunnen wij best missen. We bekijken alles en horen van de verzorger dat de jonge beren net een paar dagen daarvoor vrij zijn gelaten. Jammer maar ach… ze horen nou eenmaal wild en dat is wat ze daar doen. Ze lappen ze op en laten ze vrij. Als het kan tenminste. Benji kan niet meer vrij. Hij woont er permanent net als enkele andere bewoners en een enorme Zwarte Beer genaamd Knut (what’s in a name). We bekijken ze allemaal en na ongeveer 1.5 uur gaan we weer verder.

Voorbij Nanaimo houdt de weg naar het noorden heel lang de kust. Het is mooi om te zien maar op een gegeven moment gaat de weg van de kust af en rijden we door het bos. We zien een helikopter met een enorme waterzak opstijgen (shit weer een bosbrand) maar verder zien we vooral bomen en geen mede weggebruikers. Wij krijgen een beetje het idee dat we op de weg naar het einde van de wereld zitten zo weinig mensen komen we tegen. We stoppen bij een mooi meertje voor een pitstop. Er loopt een pad naar beneden en we gaan de trail op. Even de benen strekken. De bearspray is mee en we zingen een liedje als we op de trail lopen. Er is, net als op de weg, helemaal niemand. De jongens spelen bij het water (het is lekker warm) en ik zit op een bankje van de omgeving te genieten. Het is er prachtig.

Dan hoor ik iets kraken verderop de trail. Mijn nekharen gaan overeind ondanks dat ik niets zie bewegen. Ik heb geleerd om op mijn intuïtie te vertrouwen en ik jaag de jongens voor mij uit de trap op. “hup naar boven, nu”. Ook zij vertrouwen op mijn intuïtie en doen het gedwee. Bovenaan de trail blijf ik even staan kijken. Ik zie nog steeds niets en ik hoor ook niets meer maar toch ben ik blij dat ik boven ben bij de auto. We rijden over de verlaten weg door naar Port McNeill.

We vinden het hotel. Het is een keurig hotel met een mooie kamer. We lopen het piepkleine dorpje in. Er is hier niet veel. Wat winkeltjes en enkele eettentjes waarvan de deur van sommige gesloten blijft voor ons omdat er geen minors (minderjarige) naar binnen mogen omdat er alcohol geschonken wordt. Stomme regel. We vinden een cafe en eten er gezellig wat. Morgen vertrekt vanaf deze haven de boot waar wij mee gaan whale watching. We kunnen er lopend heen. We zijn er ook achter dat er hier in de omgeving meer mooie dingen te zien zijn. Maar eerst morgen. Orka’s staan hoog op het verlanglijstje van ons allemaal!

Geschreven door Inge | Geen reacties geplaatst | Plaats een reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *