Een logje van 2 dagen omdat we gisteren echt geen goede wifi hadden dus beginnen we nog even in Las Vegas. Want daar hebben we gisteren uitgecheckt en zijn we via de Strip de stad uitgereden. Dat was ook zo gepiept want na het vliegveld hield de stad nagenoeg op. Er is nog een heel groot outlet centrum net buiten de Strip en daar zijn we even heen gereden omdat ik echt heel erg graag een paar echte cowboy laarzen wilde. Dus reden we naar de Bootbarn. Nou dat was het inderdaad. Een schuur vol met laarzen. Paden en paden vol met laarzen.
Bij binnenkomst liep ik al op een paar mooie af. Ik zou alleen laarzen meenemen, hadden we afgesproken, als ik meteen de wauw factor zou hebben en dat had ik bij die. Ik haalde ze op in mijn maat en deed ze aan. Ze zaten prima! Dit zijn ze zei ik en toen kwam ik nog een paar tegen. Afijn…. mijn verjaardagcadeau is binnen Mam 😉
Daarna zijn we richting Death Valley gereden. Bij het bord maakte wij van een Nederlands gezin een foto en zij van ons, Ze zouden gaan slapen in Stovewell pipes. Maar wij gingen naar Furnace Creek. Misschien zien we elkaar nog wel zeiden we nog maar de rest van de dag in DV kwamen we ze niet meer tegen.
Maar wat een prachtig landschap is het daar opnieuw. We keken onze ogen uit. We zijn als eerste naar Dante’s view gereden waar het helemaal niet zo warm was en we een prachtig zicht hadden op Death Valley onder ons.
Ook bezoeken we Zabrisky point. We lopen een klein stukje omhoog in de hitte maar toch ben ik blij dat ik mijn waterfles mee heb want het is hier vreselijk warm. Maar het uitzicht over de Badlands is magnifiek.
Daarna rijden we naar het Visitor center in Furnace Creek. We stappen uit de auto en BAM…. Dat is echt bloody hot! De temperatuur meter bij het bezoekerscentrum geeft 124F aan. Dat is bijna 52 graden Celsius!!
We gaan snel naar binnen en bekijken het centrum en kopen uiteraard een koelkast magneet daarna gaan we naar ons hotel dat vlak naast het centrum ligt. We checken in en gaan naar onze kamer. Alle bagage moet uit de auto omdat alles dat je erin laat liggen letterlijk wegsmelt met deze temperaturen. Dennis en Timo laden alles uit en moeten daarna even een half uurtje bijkomen. Ik verdeel al het water (we hebben echt bezopen veel mee) over de aanwezige koelkast en onze koeltas (bijzonder goede koop trouwens bij de decatlon in NL gekocht). De kamer heeft airco maar die kan het bijna niet bijbenen. Veel kouder dan 28 graden krijgen we het niet.
We hangen een tijdje in onze kamer maar besluiten dan toch, vanuit de auto, wat meer van het park te gaan bekijken. We lopen naar de auto (kort stukje) en stappen in. Alles maar dan ook echt alles kookt in de auto. Het stuur is echt niet vast te houden. Dennis lost het zo op want we moeten rijden om de airco te gaan laten koelen.
We rijden naar Badwater. Daar is het bijna 150 meter ONDER zeeniveau. Nou zijn wij gewend aan onder zee niveau maar dit is wel heel extreem. Het is een grote zoutvlakte en we (Timo en ik) graven er een kuiltje. Meteen komt er water omhoog en dat water is heerlijk koel. Op het bord lezen we dat de eerste goudzoekers dit gebied Badwater noemde omdat hun Ezels het water niet wilde drinken. (ja nogal wiedes het is mega zout)
We rijden ook de Artist drive. Dat is een rit tussen gekleurde bergen door. Wat een bijzonder park is dit ook weer. Ik heb nog nooit zo’n bizar en tegelijk zo’n prachtig landschap gezien. De warmte voelt als een hete föhn en je kan ook niet te lang uit de auto maar alles wat we bekijken is echt prachtig.
De auto houdt het goed en de airco blaast. Toch zien we ook een auto naast de kant staan. In Death Valley is geen bereik dus stoppen we om te vragen of we ze moeten helpen. Stranden in Death Valley met auto pech wil je echt niet want met een half uurtje ben je letterlijk overkookt. Maar het gaat goed zeggen ze. Ze hebben geen hulp nodig. Wij rijden door. We hebben niet meer gehoord dat er mensen vermist zijn 😉 Dus het zal wel goed gegaan zijn.
Daarna rijden we terug naar Furnace creek en eten daar wat. Keuze is er niet. Het is de Diner of verhongeren. Hoewel dat wel nooit zal gebeuren in dit gebied. Je gaat eerder dood van de dorst. Het eten is niet geweldig maar het kan er zeker mee door. Na het eten en als de zon onder is gaan we zwemmen. Het is een “koele” 38 graden als we terug gaan naar onze kamer. We proberen te douchen maar het water uit de kraan is niet te doen. Het koude water is namelijk niet koud hier maar warm en samen met het hete water is de douche echt kokend heet. We halen een lapje over ons heen en gaan naar bed. We slapen verbazingwekkend goed.
De volgende ochtend (vanmorgen dus) zijn we erg vroeg wakker. We drinken even koffie in de kamer en gaan dan snel inpakken. Voor 8u vertrekken we. Het is dan 36 graden en het is prima te doen om de auto in te pakken. We nemen wat ontbijt spulletje mee en rijden Death Vally verder in.
We stoppen bij de Mesquite flat Sand Dunes. Het is het enige stuk echte woestijn duinen in Death Valley. We zijn er erg vroeg en het is er nog niet te heet dus wandelen wij (behalve Marijn die wil niet en blijft even bij de auto zitten) een heel klein stukje het mulle zand in. Timo maakt er een foto van ons.
Ook hier is het weer prachtig en ik besluit op enkele mooie richeltjes verder een foto te (laten) maken van mijzelf en daar maak ik een fout. Ik doe mijn schoenen uit omdat het makkelijker loopt en omdat ik dat mooier vind.
De buitentemperatuur is heerlijk maar een klein stukje verder is het zand kokend heet. Ik verbrand er 2 van mijn tenen en er zitten nu flinke blaren op (die ik zorgvuldig dicht en schoon probeer te houden hier). Maar de foto is cool 😉
We zien ook heel veel sporen van dieren die er in de nacht leven. Iemand enig idee wat dit kan zijn???
We rijden over zeer veel bergen en dalen Death Valley weer uit en net buiten het park tanken we voor een klein godsvermogen. Maar er moet benzine in onze V8 want met al die bergen heeft hij een aardig verbruik. Als we de vallei uitrijden zien we de rook optrekken. Er zijn onwijs veel branden in California en daar zien we nu de rook van. We rijden door naar de Alabama hills. We wandelen er naar de Mobius Arch die we met zijn vieren maar net omhoog weten te houden 😉
Het is hier warm maar niet heel heet en het gebied is er heel erg mooi. Er zijn alleen onverharde wegen en waar het kan mag je met de auto (op eigen risico) tussen de rotsen doorrijden. Er zijn hier echt 100den cowboy films opgenomen en dat snappen wij wel. Het is daar een zeer geschikt gebied voor. Maar het offroad rijden is ook heel erg leuk.
We genieten een uurtje of 2 van de Alabama hills en rijden dan weer terug naar Lone Pine waar we de McDonalds in stappen voor wat cheeseburgers. Bij het verlaten van de zaak komt er iemand op mij afrennen en tikt me aan. “Hoi” zegt ie en ik moet eerst even kijken wie het is. Het is de zoon van de mensen die van ons een foto hebben gemaakt aan het begin van Death Valley. Zij zagen ons de McD uitlopen en hij is mij achterna gesprint. Om me te vragen waar we heen gingen en om ons mee te delen dat zowel Yosemite als Sequoia NP dicht zijn en dat je dus om moet rijden. Als we door zouden rijden dan zou dat echt 100-den kilometers meer zijn en daar wilde hij ons voor behoeden. Wat aardig! Wij weten al dat Yosemite dicht is en we hebben een alternatieve route uitgestippeld maar dat weet hij natuurlijk niet. We spreken even met elkaar. Zij moeten helemaal naar Fresno (dat is inderdaad 100-den kilometers verder) en omdat bijna alle bergpassen dicht zijn vanwege brand moeten zij helemaal om. Ik wens ze succes en wij zetten onze reis voort naar Mammoth lakes.
Gedurende de reis wordt de rook dikker en dikker en als we in Mammoth lakes aankomen stoppen we bij de Ranger station. Daar staat veel informatie over het vuur. Er is geen gevaar dat de brand hier komt maar de rook is dik en vervelend. Toch hebben wij geen andere plek om te kunnen slapen en omdat Yosemite en Sequoia nu beide dicht zijn zitten alle hotels in de wijde omtrek mudvol. We hebben geen andere keuze dan hier te blijven. De hotel kamer is in ieder geval schitterend en we hebben er goede wifi 😉 Maar buiten is het niet te harde. Het zou hier 33 graden moeten zijn. Het is 21 graden en het voelt voor ons zelfs erg koud aan als we een rondje gaan lopen.
We vinden Erik Schat’s bakkerij. Ze verkopen er volkoren brood!! en dropjes! Ze zijn niet te betalen dus laten we ze liggen maar ik moest wel ineens aan mijn oma denken die altijd Heksehyl in de drop pot had zitten
We eten bij de plaatselijke pizzeria en gaan daarna snel naar onze kamer. De rook is nu iets minder maar nog steeds niet fijn. Op de kamer hebben we er weinig last van dus hangen we wat op onze hotelkamer en maak ik een log. Morgen vertrekken we hier weer. De rook zal ons nog een dag achtervolgen ben ik bang en dus zullen we veel dingen uit het roadbook niet kunnen doen. Maar we zien wel. Morgen naar Susanville. Daar is ook brand in de buurt dus de bad air zal er niet veel beter op worden ben ik bang. Hoewel de wind daar voor ons wel weer de goede kant op staat.
Maar bij Linda en David hebben we frisse lucht en daar zijn we nu (eindelijk) onderweg naar toe.
Hopelijk tot morgen (als we wifi hebben)
Hahaha die Dennis, opa Kees heeft een bontje, had je die nou maar meegenomen… #ikweetwatvoorjeverjaardag